Zonet mail van Tim, de trainer van Ironmanagers2008
Nog geen concreet schema, wel de zalige LSD's zo te lezen.
Morgen terug zwemmen, joepie!
Dag Bert,
In bijlage de resultaten van de lactaattest.
We zullen vooral veel uithouding moeten trainen.
Concreet betekent dit dat je veel tussen hartslag 140 en 155 zult moeten lopen. Bij fietsen mag dit 10 tot 12 slagen lager zijn.
Naar training toe zijn er 6 zones die we weerhouden (die worden ook opgenomen in de schema’s)
Recup = recuperatie
LSD = long slow distance
ED = extensief duur
ID = intensief duur
EI = extensief interval
II = intensief interval
Ter verduidelijking nog dit:
Eigenlijk moet je het als volgt zien:
Uithoudingstraining is de basis. Je kan ze vergelijken met je fundamenten van je huis.
Zolang die er niet zijn, kan je niet beginnen aan de opbouw.
Concreet wil dit zeggen dan lange, rustige (extensieve, dus weinig tot geen aanmaak van melkzuur) er voor zorgen dat je aërobe uithouding verbetert.
Pas wanneer deze voldoende is, kunnen we trainen op intensiteit, dwz af en toe anaërobe prikkels toevoegen. Wanneer echter te veel of te frequent anaërobe prikkels toegediend worden, wordt de uithouding afgebroken (dus je basis vermindert). Daarom moet dus ook in het seizoen de uithouding steeds onderhouden worden.
Hieronder wat uitleg over aëroob en anaëroob (heb ik geschreven voor triatlon gids).
Aëroob = uithouding
Wanneer je begint te lopen, gaan je hartslag en ademhaling de hoogte in. Je hart pompt meer bloed door je lichaam, want je spieren schreeuwen om extra zuurstof en voedingsstoffen.
De energielevering gebeurt immers via de verbranding van koolhydraten of vetten, in combinatie met zuurstof. Het is een ‘aërobe’ of zuurstofrijke inspanning.
Ze is niet intensief, maar je kan ze lang volhouden. Ze ligt rond de 70% van je maximale hartslag.
Wanneer je aëroob traint, moet je met je collega een praatje kunnen slaan. Het komt er dus op aan het juiste hartritme te vinden, zonder buiten adem te raken. Na een aantal trainingen merk je dat je binnen deze hartslagzone meer inspanningen aankan: het bewijs dat je uithouding verbeterd is.
Koolhydraten verbrand je bij een hogere intensiteit. Vetten bij langdurige inspanningen van een lagere intensiteit.
Anaëroob = weerstand
Ga je steeds sneller lopen, dan komt er een moment dat je niet voldoende zuurstof kan opnemen voor je spieren. Je lichaam schakelt over op een ander energiesysteem.
Het gaat rechtstreeks koolhydraten verbranden, zonder dat er zuurstof aan te pas komt. Anders gezegd: je overschrijdt je ‘anaërobe drempel’ of je ‘overslagpols’.
Die kan individueel sterk verschillen, maar ligt in principe ergens tussen 80% en 90% van je maximale hartslag.
Let op: omdat bij verschillende sporten meer of minder spieren aangesproken worden, verschilt je drempel van sport tot sport.
Het voordeel van anaërobe inspanningen is de intensiteit. Maar er is een groot nadeel: bij dit proces komt melkzuur (lactaat) vrij. Gevolg: je krijgt al snel pijn in de spieren.
Wanneer je lichaam verzuurt, moet je onherroepelijk stoppen. Anaërobe training noemt men ook weerstandstraining.
Het zal wel duidelijk zijn dat het ontwikkelen van het aërobe systeem het allerbelangrijkste is voor triatleten en duatleten. Anders kan je onmogelijk de lange inspanning volhouden.
Het anaërobe systeem kan soms aangesproken worden bij de start, bij beklimmingen of demarrages of bij de eindspurt.
Vele groeten
Tim
Jij hebt het dus ook zitten de LSD. Ik moet er nog aan gewoon geraken om zo langzaam te lopen, maar inderdaad, je kan van andere dingen genieten tijdens het lopen.
BeantwoordenVerwijderenVeel plezier
Interessant, en maar goed dat we traag moeten lopen om vet te verbranden.
BeantwoordenVerwijderen